Propcompetenties

Zelfregulerend gedrag | Cijfer 9/10

Ik ben ervan overtuigd dat ik studeer, puur voor mijzelf. Studeren is geen verplichting maar gewoon iets dat ik erg graag wil doen. Zo ben ik bijvoorbeeld drie weken voor mijn eerste tentamen al begonnen met leren omdat ik wist dat het mij later minder stress zou opleveren. Een jaar geleden zou ik dat echt niet gedaan hebben. Over het algemeen vind ik de opleiding super leuk, maar deze periode heb ik een vak dat ik wat minder leuk vind. Ondanks dat ik moeite heb met concentreren tijdens die les zal ik er toch wat van moeten maken. Daarom wil ik in de volgende periode iets meer focus leggen op dit vak.

In het tweede semester is mijn zelfregulerend gedrag sterk gebleven. Ik ben nog steeds gemotiveerd om te studeren vanuit intrinsieke motivatie. Ondanks de vele uitdagingen in het afgelopen semester bleef ik betrokken en nam ik verantwoordelijkheid, ook toen het even tegenzat. Deze situatie vergde veel zelfsturing, plannen en doorzettingsvermogen. Ik heb hieruit geleerd dat ik stressbestendig ben wanneer ik weet waar ik het voor doe. Wat ik wil blijven doen is bewust tijd nemen voor minder leuke vakken, zodat ik me ook daar blijf ontwikkelen.

Betrokkenheid en interesse tonen | Cijfer 8/10

 Zelf zou ik zeggen dat ik erg betrokken ben bij de lessen. Ik ben vooral gedragsmatig betrokken. Ik ben vaak actief tijdens de lessen en besteed buiten de lessen ook veel tijd aan school. Zo ben ik meeloopstudent en ben ik vrijwilliger bij het Calo sinterklaasfeest. Mijn inzet voor school komt voornamelijk voort uit intrinsieke motivatie zoals beschreven in de vorige competentie. Meestal bereid ik de lessen niet voor maar vind het wel fijn om te weten wat mij te wachten staat. Daarom kijk ik vaak even naar de planner van die les. Emotioneel ben ik ook betrokken bij de lessen. Ik vind de klas erg gezellig hoewel ik mij soms wel kan ergeren. Met de meiden uit de klas vormen wij een leuk groepje. Bij de docenten voel ik mij op mijn gemak en heb ik de vrijheid om vragen te stellen of mijn mening te geven. Wat ik de volgende periode anders zou willen doen is meer aantekeningen maken tijdens de les. Het is erg makkelijk om gewoon te zitten en luisteren maar ik heb gemerkt dat aantekeningen maken erg handig kan zijn, ook al staat alle informatie online. Bij het maken van aantekeningen noteer ik toch weer enkele details die later van pas komen.

Mijn betrokkenheid is nog steeds groot. Ik ben actief tijdens lessen en besteed er ook buiten school veel tijd aan. Tijdens het beweegpracticum ben ik met meer plezier gaan deelnemen, vooral omdat ik merkte dat inzet leidde tot meer succes en plezier. Ook binnen het eventmanagementproject was ik betrokken en voelde ik me verantwoordelijk voor het groepsproces. Wat ik nu anders doe, is dat ik ook bewust werk aan een positieve groepssfeer, zoals tijdens de hockeyles waarin we elkaar actief aanmoedigden.

Verantwoordelijkheid nemen | Cijfer 9/10

Verantwoordelijkheid nemen is iets waar ik geen moeite mee heb. Bijvoorbeeld tijdens de les, als de docent iets vraagt in het algemeen en er valt een stilte ben ik snel geneigd antwoord te geven. Dit doe ik niet omdat ik het antwoord weet of omdat ik mijzelf wil bewijzen maar puur omdat er verder niemand antwoord. Niet alles tijdens de opleiding hoeft vlekkeloos te verlopen. Door het maken van fouten leer ik enorm veel en hoewel een tegenslag erg vervelend kan zijn heeft het een positief effect op mijn ontwikkeling. Ik heb de regie in eigen handen en daar voel ik mij erg zelfverzekerd bij. Daarom wil ik dit de komende periodes ook vol houden.

Ik blijf veel verantwoordelijkheid nemen, soms misschien zelfs te veel. Tijdens het beweegevent stond ik er grotendeels alleen voor en loste ik veel zelf op. Ik merkte wel dat ik hierdoor veel stress ervaarde. Toch heb ik dit ook als leermoment gezien: verantwoordelijkheid nemen is krachtig, maar het is ook belangrijk om hulp te durven vragen en taken te delen.

Samenwerken | Cijfer 6/10  ->  7/10

Samenwerken is iets waar is van nature minder goed in ben. Dit komt doordat ik erg eigenwijs ben en ik het liefst mijn eigen plan trek. Als kind speelde ik vaak alleen omdat ik mijn eigen spelletje wilde doen. Tijdens samenwerkingen op school ben ik ook snel geneigd om al het werk zelf te doen. Zoals bij het vak GP moest ik samen met een groepje een video maken. Ik heb uiteindelijk de video in elkaar gezet omdat ik een idee had en ik deze graag wilde uitwerken, natuurlijk wel in overleg met mijn groepje. Verantwoordelijkheid nemen is niet verkeerd maar te veel verantwoordelijkheid nemen wel. Het gevaar hiervan is dat groepsgenoten bewust of onbewust minder werk gaan verrichten. Dit maakt dat ik niet zo goed ben in samenwerken en wil hier graag mee aan de slag gaan. Zo wil ik tijdens volgende samenwerkingsopdrachten even een stapje terug doen en minder verantwoordelijkheid nemen.

Samenwerken blijft lastig, maar ik heb hier bewust stappen in gezet. Tijdens het beweegevent had ik moeite met de houding van het team, maar ik ben wel blijven communiceren en heb het proces uiteindelijk tot een goed einde gebracht. Ook in beweegpracticum heb ik geleerd dat een goed functionerend team belangrijk is voor het succes én plezier. Door positief te blijven en anderen te motiveren, werk ik aan een betere samenwerking.

Kritisch (op jezelf en de ander) | Cijfer 7/10

Vaak ben ik erg kritisch op mijzelf, soms iets te kritisch. Dit gaat voornamelijk over dingen waar ik onzeker over kan zijn. Als ik bijvoorbeeld te veel aandacht besteed aan een opdracht ga ik aan mijzelf twijfelen en kan ik te perfectionistisch worden. Hoe langer ik ergens over nadenk hoe meer ik ga twijfelen. Beslissingen nemen is daarom niet mijn sterkste eigenschap. Wel heb ik altijd een duidelijke mening die ik makkelijk kan uitspreken maar ook voor me kan houden wanneer dit nodig is. Daarnaast vind ik het niet erg om van mening te veranderen wanneer ik nieuwe informatie krijg.

Ik ben nog steeds kritisch op mezelf, misschien soms iets te veel. Ik merkte dit vooral tijdens stressvolle momenten, waarin ik ging twijfelen of ik het goed deed. Ook ben ik kritisch naar anderen, vooral als hun inzet niet aansluit bij mijn eigen werkhouding. In het tweede semester ben ik me hier meer van bewust geworden. Ik probeer nu minder te oordelen en sneller besluiten te nemen.

Feedback geven en ontvangen | Cijfer 9/10

Feedback geven kan ik goed, door kritisch te zijn op een ander en dingen objectief te bekijken. Ik vind het daarom nooit erg om mensen te helpen door feedback te geven. Zoals wanneer de docent aan mij vroeg of de les nuttig was. Ik kon me op dat moment goed verplaatsen in haar belangen maar ook die van de klas en gebaseerd daarop nuttige feedback geven. Naast feedback geven kan ik het ook goed ontvangen. Ik vind het erg fijn als iemand even kijkt naar mijn werk en zijn mening hier over geeft. Niet altijd pas ik feedback toe op mijn werk. Bijvoorbeeld bij mijn bijbaan, een klant geeft mij een tip over mijn werk, maar zelf weet ik dat dit vanuit eigenbelang komt en het niet realistisch is voor het bedrijf. In de komende periode wil ik om feedback blijven vragen zodat ik mijn werk kan blijven verbeteren.

Feedback geven is iets waar ik nog steeds goed in ben. Ik geef graag feedback om anderen te helpen tijdens hun leerproces, maar ik ontvang ook graag feedback. Iets wat ik heb ervaren tijdens het tweede semester, is het belang van de kwaliteit van feedback. Ik kom vaak met veel ideeën tijdens groepsopdrachten en waardeer het enorm als mensen daar feedback op geven. Wel vind ik het vervelend als feedback niet wordt onderbouwd. Bijvoorbeeld: ik doe een voorstel voor een opdracht en mijn medestudenten vinden het geen goed idee. In dat geval wil ik graag weten waarom het geen goed idee is, zodat ik ervan kan leren. Als medestudenten naar mijn mening geen geldige reden hebben om mijn idee niet te verwerken in de opdracht, vat ik het al snel persoonlijk op. Ik krijg dan het gevoel dat ze mijn inzet niet waarderen, en ik word onzeker over het delen van mijn mening. Tegelijkertijd zorgt dit ervoor dat ik extra let op de kwaliteit van de feedback die ik zelf geef. Ik probeer mijn feedback zo goed mogelijk te onderbouwen.

Grenzen aangeven | Cijfer 9/10 -> 8/10

Net als mijn mening geven ben ik ook niet bang om mijn grenzen aan te geven. Het verschil is dat ik soms mijn mening voor mij houd om andere niet te kwetsen, bij mijn grenzen aangeven heb ik dit niet. Ik kan goed voor mijzelf opkomen zoals tijdens een groepsopdracht waarbij ik te veel verantwoordelijkheid had genomen. We hadden een foutje gemaakt waardoor er een aantal dingen aangepast moesten worden. Toen ik vroeg aan mijn groep of zij hun deel konden aanpassen bleef het stil in de groepsapp en heb ik het uiteindelijk zelf aangepast. Zodra ik het eindresultaat van de opdracht met hen deelde waren ze wel gelijk online. Dit vond ik echt niet kunnen en dit heb ik ook laten weten. Mijn grenzen aangeven vind ik erg belangrijk en wil ik dus ook blijven doen de komende periodes.

Ik dacht altijd dat ik goed was in het aangeven van mijn grenzen, maar dit viel het afgelopen semester moeilijker dan verwacht. Vooral tijdens groepsopdrachten kwam er vaak te veel druk op mij te liggen. Door de beperkte inzet van sommige medestudenten voelde ik me genoodzaakt om extra werk op me te nemen, zonder dat ik dit durfde aan te geven. Daarnaast heb ik ervaren dat er tijdens een opdracht soms niet naar mij werd geluisterd. Sterker nog, ik had het gevoel dat ik werd genegeerd. Ook dit heb ik niet durven benoemen, waardoor ik me uiteindelijk terugtrok uit de opdracht. Daar kreeg ik later spijt van. Het aangeven van grenzen is voor mij dan ook belangrijker geworden, zeker nadat ik heb gezien wat er gebeurt als je wél je grens aangeeft en je irritaties uitspreekt. Zo vroeg een medestudent tijdens een groepsopdracht om een kort gesprek, omdat zij het gevoel had dat er spanningen speelden. Dat gesprek bleek ontzettend waardevol voor iedereen. Het is iets wat ik zeker wil meenemen naar de toekomst.

Conclusie

De competenties waar ik het laagst op scoor zijn ook de competenties waar ik het meest aan wil werken de komende tijd. Om beter te kunnen samenwerken wil ik vaker mijn medestudenten vertrouwen met hun toegewezen taken tijdens de samenwerking. Zo wil ik minder de verantwoordelijkheid van hen afnemen en mij aan mijn eigen taken houden. Ik wil dit aangeven bij mijn medestudenten wanneer wij weer een samenwerkingsopdracht hebben. Zo kunnen zij er eventueel rekening mee houden. Ook zou ik graag minder kritisch willen zijn om mijzelf en daardoor minder te twijfelen bij het maken van beslissingen. Dit ga ik doen door sneller te handelen bij beslissingen die minder belangrijk zijn en uit te gaan van mijn eerste gevoel. Door sneller beslissingen te maken denk ik een stuk zelfverzekerder te worden en dus minder kritisch op mijzelf te zijn. Wanneer ik niet tot een besluit kan komen vraag ik vaak hulp bij familie of vrienden waardoor ik vaak beslissingen maak gebaseerd op hen mening. Ik hoop dat mijn familie en vrienden hierbij kunnen helpen door mij zelf te laten denken in het geval dat ik twijfel bij beslissingen.

In het tweede semester heb ik mijn sterke punten, zoals zelfregulerend gedrag, betrokkenheid en verantwoordelijkheid nemen, goed vastgehouden. Tegelijk heb ik stappen gezet in samenwerken, minder kritisch zijn op mezelf en beter grenzen aangeven. Vooral tijdens groepsopdrachten leerde ik het belang van duidelijke communicatie en het delen van taken. Ook ben ik bewuster geworden van hoe ik met feedback en spanningen omga. Al met al ben ik gegroeid in alle competenties en blijf ik gericht werken aan mijn ontwikkelpunten.